Sommige containers worden actief behandeld met bepaalde gassen. Dit gebeurt om ongedierte te bestrijden, om te voorkomen dat goederen bederven en/of om aan de Europese regelgeving tegemoet te komen.
Vaste stoffen zoals korrels of tabletten worden soms toegevoegd. Tijdens het transport kunnen deze vaste stoffen zich in toxische gassen omzetten. De vaste stof fosfide verandert bijvoorbeeld in het gas fosfine.
Voorbeelden van vaak gebruikte gassen zijn:
Methylbromide is nog altijd één van de meest voorkomende gassen, ook al is het in Europa verboden.
Is een container actief begast, dan moet dit, in overeenstemming met
de internationale wetgeving, duidelijk aangeduid worden door een label
met doodshoofd en UN-nummer 3359 op de buitenkant van de container.
Een actief begaste container met een correct label herken je onmiddellijk.